Jos van Deursen

          Veertien keer in een ochtend met 0800-1202 bellen en iedere keer door een robot uit de wachtrij worden gegooid. Vier dagen in thuisisolatie wachten tot je aan de beurt bent. Twee uur reizen met koorts en een snotneus.

          Je moet er wat voor over hebben om op corona getest te worden. Ondertussen grijpt het virus weer om zich heen: begin september bereikte het aantal positieve tests zijn hoogste punt sinds april. In diezelfde eerste week van september sloeg de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland groot alarm: volgens voorzitter Boris van der Ham duurt het nu ruim vijf dagen voor zorgmedewerkers weten of ze besmet zijn, ‘en dat terwijl het verkoudheidsseizoen nog moet beginnen’.

          Tegen het einde van het jaar zijn er volgens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in elk geval 70.000 tests per dag nodig; in sommige prognoses houdt het ministerie zelfs rekening met 100.000 tests. De testcapaciteit in Nederland is vooralsnog blijven steken op zo’n 30.000 tests per dag.

          Hoe kan het dat ons land zo slecht voorbereid is? Op het ministerie van VWS werd dit tekort immers wel degelijk voorzien, zo vertellen direct betrokkenen aan Follow the Money. Sterker nog: al in mei werd de vraag opgeworpen of er niet moest worden geanticipeerd op het uitbreiden van de capaciteit. Waarom is dit dan niet gebeurd?

          ‘Testen, testen, testen’
          ‘Wij volgen de experts.’ Zo luidt de boodschap van het kabinet in de eerste maanden van de coronacrisis. Regelmatig verwijzen premier Mark Rutte en minister Hugo de Jonge van VWS in hun persconferenties naar het Outbreak Management Team (OMT) om beleidskeuzes te onderbouwen.

          Het OMT staat onder leiding van RIVM-directeur Jaap van Dissel en wordt bevolkt met virologen, epidemiologen en natuurlijk microbiologen. Een van hun belangrijkste adviezen: een ‘restrictief testbeleid’. In deze eerste maanden van de coronacrisis zijn testmaterialen immers schaars. Zelfs een groot deel van het zorgpersoneel wordt tot begin april niet getest, ook niet bij klachten, met als gevolg dat het virus rondwaart in de instellingen waar de oudste en zwakste mensen wonen.

          Op 1 juni zet het kabinet het ‘restrictieve testbeleid’ definitief bij het grofvuil

          Het leidt in maart al tot een revolte. Arts-microbioloog Alex Friedrich van het UMC Groningen laat zijn zorgpersoneel wél massaal testen en weet een uitbraak in het noorden in de kiem te smoren. Onder grote publieke belangstelling pleit hij in De Groene Amsterdammer voor ‘testen, testen, testen’. Doe je dat niet, zegt Friedrichs, dan ben je ‘blind’ bij de bestrijding van een pandemie. Het komt hem op kritiek te staan van minister De Jonge, die het noorden verwijt te breken met het restrictieve beleid van het OMT.

          Ook Bert Mulder, arts-microbioloog van het Canissius Wilhelmina Ziekenhuis (Nijmegen), beschouwt het beleid als een ‘grote fout’. ‘Er is daardoor te weinig urgentie gevoeld om de testcapaciteit op orde te brengen. In Duitsland werd direct veel getest. Er zijn daardoor veel minder doden gevallen dan hier.’

          Toch ziet ook de regering in dat testen van cruciaal belang is om het virus te bestrijden. Op 7 april laat minister De Jonge aan de Tweede Kamer weten dat hij ‘alle mogelijkheden om verder op te kunnen schalen, inclusief de inzet van apparaten en/of laboratoria van bedrijven en onderzoeksinstellingen’ aan het ‘inventariseren’ is. Maar, schrijft De Jonge: ‘Momenteel lijkt de inzet hiervan niet urgent. Ik monitor de situatie nauwlettend en tref voorbereidingen om – indien nodig – extra laboratoriumcapaciteit als backup gereed te hebben, zodat de testcapaciteit geen beperkende factor vormt.’

          Op 1 juni zet het kabinet het ‘restrictieve testbeleid’ definitief bij het grofvuil. Vanaf dat moment wordt iedere Nederlander met corona-achtige klachten opgeroepen om zich gratis te laten testen